De kans is groot dat je tijdens het scheidingstraject een alimentatieberekening krijgt voorgelegd. In deze berekening is een aantal begrippen opgenomen die niet direct een “aha-gevoel” oproepen. Daarom hebben we hieronder een aantal begrippen verder voor je uitgelegd.
De behoefte is het bedrag dat een ex-partner nodig heeft om in zijn of haar kosten van levensonderhoud te kunnen voorzien. De behoefte wordt in principe bepaald door de daadwerkelijke behoefte aan netto-inkomen ten tijde van het huwelijk of geregistreerd partnerschap te berekenen. Dit is maatwerk. In de behoefte dient bijvoorbeeld ook rekening gehouden te worden met gelden die werden gespaard of gebruikt voor de vakantie. Voor het exact berekenen van de behoefte wordt meestal een behoeftelijst ingevuld. Hierop staan vrijwel alle mogelijke uitgaven genoemd, zodat er geen bedragen vergeten worden.
Omdat het exact berekenen van de behoefte een hele klus is en tot discussie kan leiden, wordt voor de behoefte regelmatig aansluiting gezocht bij de zogenaamde Hof-norm. De behoefte wordt door deze norm bepaald op 60% van het netto-gezinsinkomen ten tijde van het huwelijk. Er is gekozen voor 60% omdat een alleenstaande zijn of haar kosten niet kan delen. Als jullie kinderen hebben, dan wordt het netto-gezinsinkomen eerst verminderd met de kosten van de kinderen. Van het resterend bedrag hebben jullie ieder 60% “nodig” om in dezelfde welstand als tijdens het huwelijk te kunnen leven.
De behoefte wordt vervolgens verminderd met het eigen netto-inkomen. Soms wordt zelfs rekening gehouden met het bedrag dat iemand zou kunnen verdienen, de theoretische verdiencapaciteit. Op die manier wordt voorkomen dat een alimentatiegerechtigde geen drang voelt om werk te zoeken.
Het verschil tussen de behoefte en het eigen inkomen bepaalt vervolgens hetgeen de alimentatiegerechtigde aan alimentatie nodig heeft.
Nadat bekend is wat de restbehoefte is van de alimentatiegerechtigde, wordt berekend in hoeverre de ander daarin kan bijdragen. Hiervoor wordt een draagkrachtberekening gemaakt. In een draagkrachtberekening wordt onder meer rekening gehouden met eventueel te betalen kinderalimentatie (dat wat je aan de kinderen besteedt, kun je niet aan partneralimentatie besteden), het inkomen, de woonlasten en de zorgkosten. Het is mogelijk dat er ook rekening wordt gehouden met schulden. Hier moet dan wel op worden afgelost.
Het is denkbaar dat de alimentatieplichtige wel in de restbehoefte van de alimentatiegerechtigde kan voorzien, maar daardoor zelf minder overhoudt dan zijn of haar ex-partner. Bijvoorbeeld: De alimentatieplichtige vrouw heeft een behoefte van € 2.500,- en een eigen inkomen van € 2.000,-. De restbehoefte is dan € 500,-. De alimentatieplichtige man heeft een inkomen van € 2.800,- en in dit voorbeeld een draagkracht van € 800,-. Hij is dus in staat om € 500,- te betalen. Als hij dat doet, dan houdt hij € 2.300,- over, terwijl zijn ex-partner € 2.500,- te besteden heeft. Dat is niet de bedoeling.
Om te voorkomen dat de alimentatiegerechtigde onderaan de streep meer overhoudt dan de alimentatieplichtige kan een correctie worden toegepast. De zogenaamde jus-vergelijking. In bovenstaand voorbeeld zou dat er kort samengevat toe leiden dat de man € 400,- aan partneralimentatie zou moeten betalen, zodat beide partijen € 2.400,- te besteden hebben.
Bij een jus-vergelijking wordt eveneens rekening gehouden met het feit dat alimentatie voor de gever aftrekbaar is en bij de ontvanger belast. Hier is in dit voorbeeld geen aandacht aan besteed.
Voor de ontvanger is partneralimentatie belast. Hierover moet inkomstenbelasting worden betaald. De hoogte hiervan is dus inkomensafhankelijk.
Naast de inkomstenbelasting dient de ontvanger een bijdrage te betalen op grond van de Zorgverzekeringswet. Tenminste voor zover deze bijdrage niet deels via het inkomen uit loondienst wordt voldaan. De hoogte van deze bijdrage wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld. In 2023 bedraagt het percentage 5,43%. Het inkomen waarover de bijdrage moet worden betaald is gemaximeerd op € 66.956,-- bruto per jaar.
Voor de betalende partij is de alimentatie aftrekbaar. Over dit deel hoeft geen inkomstenbelasting betaald te worden. Als de alimentatieplichtige in een hoger tarief valt dan de alimentatiegerechtigde, kan hier dus een voordeel behaald worden ten nadele van de fiscus.
Deze website gebruikt cookies. Door gebruik te maken van deze website, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies. Lees meer